Petra in Afrika

dinsdag 8 april 2008 -
Op 14 februari 2004, ben ik, Petra, (1968)‎ met mijn man Robert(1969)‎ en onze twee kinderen Gitana (27-11-1999 )‎ en Victor ( 08-03-2001 )‎ naar Conakry in Guinée ( West- Afrika )‎ vertrokken voor het werk van Robert. Wij wonen al sinds 1988 samen en zijn beide geboren en getogen in Nederland. Robert is vanaf 1990 tot en met 2001 zeeman geweest en zat op de handelsvaart wat betekende dat hij vaak vier maanden weg was en dan twee maanden thuis. In de tijd dat Gitana geboren was werd dat 6 weken op en 6 weken af.

Twee weken nadat Victor geboren was vond hij een baan bij een internationale containermaatschappij in Rotterdam en kwam hij dus aan wal werken. Ikzelf werkte als foto laborante bij Fujicolor in Steenbergen. Nadat Gitana geboren was, ben ik van een fulltime baan naar een driedaagse werkweek gegaan.

Wat Robert en ik beiden wel wilden, was wonen in het buitenland. Toen ineens die kans via zijn werk kwam, hebben we daar ook niet lang over nagedacht. Het werkgebied van het bedrijf is wereldwijd en alles was wel mogelijk, maar Robert koos voor West-Afrika, omdat hij daar, in de periode dat hij vaarde, altijd met veel plezier had gewerkt.

De reacties van de mensen om ons heen waren redelijk positief, omdat de meesten toch wel wisten dat we dit altijd al hadden gewild . Alleen de keuze voor Afrika – en dan vooral West-Afrika – was voor sommigen wat minder begrijpelijk . Het meeste wat wij in Europa op tv zien over Afrika is honger, droogte en oorlogen dus dat geeft niet echt een positief beeld.

Thuisblijfmoeder in Guinée

Zo werd ik dus een thuisblijfmoeder in Guinée. De kinderen gingen van kwart voor 8 tot en met twaalf uur naar de Internationale school en daarna waren ze vrij. Ze spraken binnen de kortste keren Engels en doordat het land Franstalig is ook een beetje Frans.

De meeste mensen die hier wonen hebben een nanny voor de kinderen, maar ik zag al snel dat ik dat niet wilde. Nanny’s zijn namelijk gewoon heel erg bang om hun baan te verliezen en zeggen nooit nee tegen een kind – alles mag gewoon. En omdat je al personeel voor je huis hebt, wil ik graag zelf met de kinderen bezig zijn.

Thuisblijfmoeder in Afrika is dus iets anders dan in Nederland, aangezien je hier personeel hebt en je je dus over het huishouden niet echt druk hoeft te maken. In Guinée hadden wij 2 personen voor ons werken: een chauffeur en iemand die het huis onderhield..

Hier in Ivoorkust hebben we drie mensen voor ons werken: een chauffeur, een kok en ook iemand die het huis schoon houdt. De huizen zijn ook heel anders dan in Nederland: ze zijn erg groot, dus het is ook wel heel erg lekker dat je personeel hebt hier, aangezien ik nooit echt van huishoudelijk werk heb gehouden.

We wonen hier in een penthouse van 500 m2 met vier slaapkamers en vier badkamers en twee woonkamers. Dan is er ook nog een kamer voor de maid, een zogenaamde boyerie. Dat is een slaap/zitkamertje met badkamer. En dan hebben we boven op ons dak ook nog een ruimte die bestemd is voor de kok. Daar bevindt zich zijn douche en omkleedruimte. David, de kok, werkt van 8.00 - 20.00 uur, vijf dagen in de week; en op zaterdag van 09.00 tot en met 14.00 uur, de maid ( Thérèse )‎ werkt ook op deze tijden, maar blijft hier slapen. Dat is voor ons erg gemakkelijk, voor als we bijvoorbeeld een oppas nodig hebben.

Maar het is ook prettig voor Thérèse, aangezien ze drie uur moet reizen voor ze thuis is. Deze in Europese ogen vooroorlogse werktijden zijn niet door ons verzonnen, die hadden ze al toen we ze overnamen van de vorige mensen. Thérèse de maid werkt eigenlijk van 8.00 tot en met 17.00, maar dat was in het begin, toen ze nog naar huis ging (ze moest drie uur reizen)‎. Nu ze hier blijft slapen helpt ze de kok nog een handje en soms, als we bijvoorbeeld visite hebben, legt ze de kinderen op bed. Meestal zijn Thérèse en David rond 19.00 uur klaar, omdat wij nog steeds op Hollandse tijden eten : om zes uur ’s avonds, zodat de kids om half acht op bed liggen. Ivoorkust is erg Frans: lange lunches en ’s avonds laat eten. Maar met kinderen die ’s ochtends om half zeven uit bed moeten, houden wij het gewoon op de Hollandse tijden.

Omdat al die mensen voor ons werken, heb ik heel veel vrije tijd. En die moet je dus zien in te vullen. In Guinée ging dat heel erg snel. Ik sloot me aan bij een damesclub, die veel organiseerde: internationale foodfair, kerst bazaar enz. Ik nam er twee keer per week salsa lessen en kreeg ook tennisles. Verder ging ik één middag in de week met enkele dames naar een weeshuis om te spelen met de kinderen.

Anderhalf jaar hebben we met veel plezier daar gewoond en ook kregen we aardig wat visite die langskwam. Ook vrienden die in Nederland geld hadden ingezameld, reisden af naar Guinée om het weeshuis op te knappen waar ik altijd langs ging om met de kinderen te spelen.

Moederen aan de Ivoorkust

Daarna verhuisden we naar Ivoorkust. Een heel ander land is. Dit is één van de rijkste landen van Afrika en dat is al een heel groot verschil met Guinée. In Guinée moest ik soms naar vier supermarkten en dan had ik nog niets alles in huis. In Ivoorkust is alles verkrijgbaar – er is zelfs een kleine shoppingmall. Maar het is ook een land wat burgeroorlog heerst. De visite uit Nederland bleef ineens thuis – behalve de ouders. Er waren ook geen damesclubjes, omdat bijna iedereen na november 2004 het land ontvluchtte.

Wat wel leuk is, is dat er meer Nederlanders zijn. In Guinée waren we zowat de enige.

Ivoorkust bleek voor mij in vergelijking met Guiné een iets moeilijker land om op te starten.

Het klink heel ironisch, meer het gegeven dat het land in staat van burgeroorlog is, geeft ons een hoop “voordelen”. Vier tickets per jaar bijvoorbeeld, om even weg te gaan. Maar door die tickets kom je er bijna niet aan toe om iets te gaan doen. Het was vooral tijdens het eerste jaar dat we hier zaten dat er een dreiging bestond dat er “iets” tussen de oorlogvoerende partijen zou gaan gebeuren. Een paar keer konden de kinderen niet naar school. Na dit soort dagen – of in twee gevallen een week – dienen de kinderen weer het gewone leven op te pakken: clubjes, vriendjes enz.. Voor Robert gaat het leven tijdens dit soort incidenten gewoon door: hij moet naar zijn werk.

Uiteindelijk ben ik na een half jaar weer begonnen met sporten: twee keer in de week naar de sportschool en twee keer per week tennis ik. Verder heb ik Franse les genomen. In het begin was dat drie keer per week, maar nu volg ik nog maar een keer per week Franse les. Op woensdagochtend is er een koffiegroepje met dames van diverse nationaliteiten. En dan heb ik nog een masseuse en een pedicure/manicure die een keer in de week langskomen.

Koffie drinken, masseren en de andere dingen vinden vóór twee uur in de middag plaats, want daarna ga ik de kinderen weer van school ophalen.

Ik besef me dat dit erg luxe klinkt, maar ik sta nog steeds dagelijks om zes uur op. De school begint om kwart voor acht en ik moet bijna een half uur met de kids rijden (samen met de de chauffeur)‎ voor we daar zijn. Dat weg naar school is niet zo erg, maar het is de terugreis: we komen vast te staan in de files. De terugreis varieert van 45 minuten tot en met soms ruim een uur. De school eindigt om half drie, dus ik ga om twee uur in de middag weer weg om de kinderen op te halen. Vaak zijn we na drieën weer thuis. Na het huiswerk is er alle tijd om samen met Victor en Gitana te zwemmen of een spelletje te doen: over het koken hoef ik me geen zorgen te maken, dat wordt gedaan voor mij.

Op woensdagmiddag is hier geen vrij, zoals in Nederland, maar er is af en toe we een vrije vrijdagmiddag (ongeveer 1x per maand)‎. Gitana zit op ballet en Victor op judo en samen krijgen ze tennisles. Victor zit op Kindergarten – wat hetzelfde is als groep 2. Gitana zit in grade 1 – wat hetzelfde is als groep 3. Waar ik geen rekening mee had gehouden, is dat grade 1 dagelijks huiswerk meekrijgt. Maar nu, na ruim een half jaar verder zijn we er aan gewend geraakt en help ik Gitana met haar huiswerk. Nu Gitana na zes maanden al wat kan lezen, gaan de huiswerkopdrachten heel goed.

Ook hier probeerde ik vrijwilligerswerk te doen, zoals in Guineé, waar ik naar het weeshuis ging. Maar door de penibele situatie van het land kwam het daar niet echt van. Wel ga ik af en toe naar een hospitaaltje, dat gerund wordt door Colombiaanse nonnen: 150 kinderen uit de wijk krijgen dagelijks eten van de nonnetjes; voor de volwassenen die geen onderwijs hebben ontvangen, is er een schooltje waar ze kunnen leren lezen en schrijven.

De nonnen hebben ook een eenvoudige kliniek opgezet voor niet al te ernstige ziektes. Daarbij is ook een bevallingskliniek, waar maandelijks 50 tot 70 vrouwen een kind baren. De nonnen verrichten dit mooie werk met behulp van giften: als ik wat heb, dan breng ik dat, zoals bijvoorbeeld een schaap dat Robert had gekregen van een familie waar hij het een en ander voor gedaan had, of kleding die ik tijdens mijn laatste reis naar Nederland van mijn schoonzus had gekregen.

"Ik ervaar mijn “thuisblijfmoederschap” als een enorme vrijheid"

Het leven als een ex-pat is reuze leuk en geeft enorm veel (financiële)‎ voordelen: werkelijk alles wordt voor ons betaald, ons huis, onze auto, de Internationale school voor de kids, vier tickets per jaar, mijn abonnement op de sportschool. In vergelijking met het leven in Nederland is mijn bestaan volledig anders geworden en tot nu toe verveeld het niet.

Als we nog in Nederland hadden gewoond, dan had ik zeker nog steeds gewerkt: het zou niet in me opgekomen zijn om te stoppen. Maar nu ik het verschil zie met het thuisblijven en het er altijd zijn voor de kinderen, ben ik blij dat ik dit mag meemaken. In Nederland moest ik ook al om half acht ‘s ochtends op mijn werk zijn en dat betekende dat er twee kinderen om zeven uur in de ochtend bij het kinderdagverblijf moesten worden afgeleverd en dat viel niet altijd mee.

Ik ben wel blij dat ik dat heb meegemaakt, want ik waardeer het extra dat ik thuis bij de kinderen kan zijn. Ook ervaar ik mijn “thuisblijfmoederschap” als een enorme vrijheid: in Nederland dacht ik altijd dat werken vrijheid was, maar nu vind ik eigenlijk dat de keuze om het wel of niet werken een veel grotere vrijheid geeft dan het blijven werken ooit gedaan heeft.

Voor mensen die meer willen lezen over wat we zoal doen, hebben we een web-log: Perogivi weblog



Petra Dane

Geen opmerkingen

Nicole Orriëns. Mogelijk gemaakt door Blogger.